In de litteratuur (Ehrhardt e.a. 1974) wordt het verschil in genderrolgedrag van CAH-meisjes en controle-meisjes beschreven als tomboygedrag. Onder tomboy-gedrag bij meisjes met CAH wordt verstaan:
- uiting van lichamelijke energie in buitenspel en sport
- voorkeur voor spelen met jongens en jongensspeelgoed in plaats van meisjes en meisjesspeelgoed
-geringe belangstelling voor trouwen, zwangerschap, en moederschap en het zorgen voor kleine kinderen
- een voorkeur voor makkelijke kleding (met name broeken) en een minimale belangstelling voor sieraden, make-up en verschillende haardrachten de wens een jongen in plaats van een meisje te zijn
De verklaring van het tomboy-gedrag wordt door Ehrhardt e.a. gezocht in de werking van het mannelijke hormoon. Het mannelijke hormoon geeft prenataal een imprintingswerking volgens deze auteurs op het centrale zenuwstelsel, waardoor tomboy-gedrag ontstaat. Daar onderzoek naar de invloed van psychosociale factoren met name ziektefactoren en twijfel aan de sexe
van het kind door de ouders ten gevolge van het afwijkende genitaal ontbreekt is ons onderzoek gericht op de studie van deze factoren.
Een groep meisjes met CAH is vergeleken met een groep gezonde meisjes (controle-meisjes), een groep zieke meisjes (meisjes met diabetes) en een groep zusjes van CAH-kinderen. Ook de CAH-jongens zijn vergeleken met controle-jongens, jongens met diabetes en broertjes van CAH-kinderen. Om het genderrol gedrag van CAH-meisjes te kunnen meten is een instrument
ontwikkeld - de Sophiatest - die gebaseerd is op de gedragsaspecten die Ehrhardt e.a. onderscheiden aan genderrol gedrag. De Sophiatest bestaat uit 5 onderdelen:
- plaatjes
- beweringen
- vragen
- osgood
- tekening