Een monumentaal naslagwerk voor iedereen die zich met taal bezighoudt...

Leenwoorden, woorden die overgenomen zijn uit een andere taal, vormen een fascinerend onderwerp. Sommige leenwoorden, zoals middels en uberhaupt, worden algemeen verguisd. Toch leiden ze een taai leven. Leenwoorden zijn het gevolg van contact tussen mensen die verschillende talen spreken. Het 'Leenwoordenboek' geeft een helder cultuurhistorisch overzicht van de talen waaruit het Nederlands geleend heeft en van het soort woorden dat geleend is. Zo dienen leenwoorden als de spiegel van onze cultuur. De leenwoorden worden chronologisch behandeld: eerst die uit het klassieke Latijn, vervolgens de woorden uit de moderne Romaanse talen, zoals Frans, Spaans en Italiaans, en tot slot de woorden uit de Germaanse talen, zoals Duits en Engels. Met uitgebreide registers.
Recensie(s)
Boek over leenwoorden in het hedendaagse Standaard-Nederlands. Na een inleiding over diverse aspecten van ontlening volgen vijf hoofdstukken. In het eerste, 380(!) pagina's tellende hoofdstuk, behandelt de auteur - die eerder meewerkte aan Van Dales Etymologisch woordenboek - de leenwoorden uit de verschillende talen, telkens volgens een vast, overzichtelijk patroon. De andere hoofdstukken zijn gewijd aan o.a. woorden die vaker dan een keer aan een taal ontleend zijn, aan vertalende ontleningen, en aan betekenisverandering en betekenisontlening. In zgn. kaders wordt door deskundigen een bepaald woord of onderwerp wat uitvoeriger belicht. Noten met literatuurverwijzingen en een literatuurlijst besluiten de tekst. Daarna volgen nog drie registers, die het snel opzoeken van woorden en zaken mogelijk maken. Het boek, primair bedoeld voor de geïnteresseerde leek en daarnaast voor de taalkundige, is zonder meer een standaardwerk: een dergelijk complete, goed toegankelijke studie over leenwoorden in het Nederlands, voortreffelijk vormgegeven bovendien (met functionele illustraties), was tot nu toe niet voor handen