De roman 'Sapfo'a lijf' is het verhaal van twee jongelingen - vals, geestig, cynisch en intelligent - en hun mentor, op zoek naar het geluk in deze wereld van decadentie en brutaliteit. De locaties in 'Sapfo's lief' zijn het lustvolle Egypte, het gevaarlijke Beiroet, en ten slotte, de rustgevende Griekse eilanden Mafros en Lesbos. De jongelingen, studenten van een privéschool waar de geschriften van Machiavelli centraal staan, reizen in het vliegtuig van de miljardair Aristoteles Kenausis naar Egypte. Ze zijn in gezelschap van Sapfo, de dochter van Kenausis, en een meegesmokkelde dertienjarige efebe. De boosaardige en genotzuchtige karakters van de jongemannen krijgen in het chaotische Luxor aan de Nijl alle gelegenheid hun kunsten te vertonen. De toon in dit eerste deel is erotisch-satirisch-burlesk.
In deel twee wordt een barre reis per schip over de Middellandse Zee onderbroken door een kaping, die de jongelingen en hun mentor naar Beiroet voert. Zij vallen in handen van curieuze rabauwen die hen confronteren met oosterse en westerse theologen. Een bizar spel.
In deel drie, op het Griekse eiland van Kenausis, krijgt de ongrijpbaar begerende Sapfo de overhand in het erotisch spel met homofiele en hermafrodiete geslachten; de perfectie wordt gezocht, de verminking gevonden.
'Sapfo's lief' is geënt op een klassiek meesterwerk dat door sommigen wordt beschouwd als de eerste roman uit de geschiedenis.