5 mei 1852 nam Jan Dekker de molen Het Witte Schaap in bedrijf. Dit is het begin van Houthandel en -Zagerij J. Dekker Jz. Al enkele jaren later was het afzetgebied al over heel Nederland uitgebreid. Vanaf 1868 werd hout ingekocht uit Zweden en Finland. Albert Janszn Honig werd compagnon in de inkoop van balken en gezaagd hout in deze landen. Molen Het Witte Schaap kon het vele werk, bijvoorbeeld bij de aanleg van de spoorlijn Zaandam-Hoorn-Enkhuizen in de jaren ’70, niet alleen aan. Veel zaagwerk werd uitbesteed aan andere zagerijen en in 1870 werd bovenkruier Besjes Tasch aangekocht en naast Het Witte Schaap opgebouwd. De molen kreeg de naam Het Klaverblad. In 1872 en 1880 werden schepen ten behoeve van het transport aangekocht, samen met de firma Simonszn. Het oudste schip was het barkschip Maria Catharina, verkocht in 1882. Zie hiervoor archief PA-0028. De tweede was het barkschip Jacob Roggeveen, verkocht in 1887. Zie hiervoor archief PA-0069. In 1885 kocht Jan Dekker samen met de heren Nolle en Van Wessem uit Zaandam de stoomzagerij De Primus, vijf jaar eerder gebouwd en gelegen vlakbij molen Het Witte Schaap. De firma Dekker leverde een belangrijk aandeel in het laten uitbaggeren van Zijkanaal E in de periode 1865-1876, toen het Noordzeekanaal werd aangelegd. Hierdoor kreeg Westzaan een goede haven en waren de transportmogelijkheden voor het bedrijf voor de komende tijd gewaarborgd.Overname door de tweede generatie Dekker en verhuizing naar Zaandam Jan Janszn Dekker overleed in 1887 en inmiddels hadden zijn zonen Jan Adrianus (1860-1941) en Everard Christiaan Cornelis (1865-1934) de zaak voortgezet onder de naam Firma J. Dekker Jz. Inmiddels kwam stoomzagerij De Primus volledig in eigen handen, werd in 1890 molen Het Witte Schaap verkocht omdat De Primus het alleen aankon en werd in 1895 het bedrijf uitgebreid door aankoop van stoomzagerij De Nieuwe Jager van de firma Van Wessem (ten zuiden van het station van Zaandam). De houtzagerij De Veldlust van de familie Mats in Zaandam werd in mei 1897 overgenomen. Deze stad bezat inmiddels een goede treinverbinding en uitgebreide havenfaciliteiten zodat het steeds logischer werd het bedrijf vanuit Westzaan naar Zaandam te verhuizen. In september 1897 werd dat werkelijkheid en werd de firma J. Dekker Jz bij gevestigd bij De Veldlust. Het complex besloeg uiteindelijk het gehele terrein tussen de Botermakersstraat en het Volkspark, ten zuiden begrensd door weg langs de spoorlijn (later de Provincialeweg). De terreinen in Westzaan werden gebruikt door de houthandel van de firma Rot. Everhard liet in 1899 een voornaam pand aan de Westzijde 57 te Zaandam bouwen (tegenwoordig van de firma Flentrop Orgelbouw). De Eerste Wereldoorlog betekende een stagnatie van de invoer vanuit overzeese landen.In 1917 besloot J.A. Dekker zich uit het bedrijf terug te trekken, zijn broer E.C.C. Dekker nam de zaak over tot zijn overlijden in 1931 (wel verhuisde hij naar Bloemendaal, waar veel rijke Zaanse fabrikanten een riante villa bezaten) en daarna diens zoon Jan. In 1921 werd een naamloze vennootschap opgericht: de N.V. Dekkers Houthandel. In 1928 werd een nieuw kantoor aan de Provincialeweg in gebruik genomen. De concurrentie in de houthandel was inmiddels dermate groot dat er besloten werd om filialen op diverse plaatsen in het land op te zetten voor een verbetering van de afzet. Toch ging het steeds slechter en bovendien brak in 1940 de Tweede Wereldoorlog uit. Pas in 1949 werden de beperkende maatregelen in de houtsector opgeheven. In 1955 kon nog het eeuwfeest worden gevierd maar een jaar later werd het bedrijf vrij plotseling beëindigd en geliquideerd. In 1957 werd het complex verkocht en een jaar later gesloopt. Er kwamen woningen, Plan Groenland genoemd.