In dit boek neemt schrijver Peter Troost u mee naar het begin van de vorige eeuw. Bij het haardvuur vertelt hij zijn kleinkinderen over de jaren, waarin de eerste auto’s door de Rotterdamse straten tuften. Hij vertelt zijn verhaal zonder chronologische volgorde, maar weet zich wel steeds de juiste datum te herinneren. Dat geeft het boek een bijzondere sfeer.
Zoals van hem verwacht mag worden houdt hij zich niet speciaal met de technische kant van het puffende benzinemonster bezig, maar vertelt hij over de verbaasde burgers, die plotseling een koets zonder paard op zich af zien komen. Eigenlijk was niemand op zo’n verschijnsel voorbereid. Ook de overheid niet. Er waren geen verkeersregels en als die er uiteindelijk wel kwamen, misten zij hun doel door gebrek aan kennis. Voetgangers staken nog kriskras tussen het verkeer de straat over en kwamen in verzet tegen de voorgeschreven oversteekplaatsen.
Er waren ook geen benzinepompen. Daar had nog niemand aan gedacht. Wanneer je ergens zonder benzine kwam te staan moest je zoeken waar je ergens een paar blikken benzine op de kop kon tikken. Dat kon behoorlijk tijdrovend zijn in een streek waar je niet bekend was. Naast het plezier bracht de komst van de auto soms ook ergernis met zich mee. Maar ook veel komische situaties! Dit boek is dus niet alleen voor automobilisten geschreven. Ook liefhebbers van humor zullen er plezier aan beleven!