Biografie
Geboren in Restrepo (Valle del Cauca), waar hij zijn jeugd doorbracht. Later verhuisde zijn familie naar Buga en vervolgens naar Villavicencio, waar hij de middelbare school afmaakte. In 1970 begon hij zijn studie aan de Nationale Pedagogische Universiteit , die in 1979 zou uitmonden in het hoofdkwartier van de Vrije Universiteit .

Hij werkte als ambtenaar van het Instituut voor Hydrologie, Meteorologie en Landtoereikendheid (HIMAT) en als leraar aan de Santo Tomás Universiteit , en deed aan diezelfde instelling een postgraduaat in Latijns-Amerikaanse filosofie. Master in Geschiedenis van de Nationale Universiteit , Doctor in de sociologie kandidaat aan de 'École de Hautes Études en Sciences Sociales (EHESS) in Parijs. Hij leerde de universiteit district , Javeriana , National en directeur van het ministerie van Sociale Wetenschappen van de Pedagogische Universiteit [ 2 ] .Realizó onderzoek op de politieke geschiedenis van de vallei van de Cauca [3 ] en uit Colombia en over geschiedenisonderwijs. [ 4 ] [ 5 ] [ 6 ] Het was ookonderzoeker aan het Instituut voor Politieke Studies en Internationale Betrekkingen aan de Nationale Universiteit (IEPRI) en het Centrum voor Onderzoek en Volkseducatie (CINEP). [ 7 ] [ 8 ]

Dood
Blijkbaar verdwenen door paramilitairen op 30 april 1999 [ 9 ] Betancourt kwam niet aan bij zijn appartement omdat hij onderweg werd ontvoerd, met geweld uit de stad werd gehaald en vervolgens twee uur van Bogotá werd vermoord op de weg die naar Tunja leidt. Op 9 september bevestigde het Institute of Forensic Medicine, na het uitvoeren van DNA-tests, zijn moord. Sommige van zijn skeletresten werden gevonden in september 1999. [ 10 ] [ 11 ]

Zijn moord vond plaats in het kader van een systematische uitroeiing van bekende figuren uit de academische wereld die zich verzetten tegen de gevestigde orde, die plaatsvonden in het jaar 1999, evenals de gevallen van de antropoloog Hernán Henao Delgado, die in mei stierf 4, hetzelfde 1999, vier dagen na de verdwijning van professor Betancourt; van de beroemde komiek Jaime Garzón , die plaatsvond op 13 augustus van hetzelfde jaar; de academische econoom Jesús Antonio Bejarano , vermoord op 15 september van hetzelfde jaar; onder andere moorden gepleegd tegen academici aan universiteiten zoals Universidad de Antioquia en Universidad de la Costa, waar de tentakels van staatsrepressie, door paramilitarisme, waren begonnen met het uitvoeren van vuile oorlogen tegen de kritische academische gemeenschap.