De twintigste eeuw biedt een grotere variatie aan kunststijlen en -opvattingen dan enige andere periode daarvoor. De afgelopen tien decennia vormden een tijdperk waarin uitvindingen, ontdekkingen en politieke omwentelingen elkaar in een razend tempo opvolgden. Dat bracht ook radicale veranderingen teweeg in de kunstwereld: ze is internationaler geworden, kunstenaars zijn gaan experimenteren met olieverf, collages, sculpturen, readymades, installaties en video, en de positie van vrouwelijke kunstenaars is aanzienlijk verbeterd. Op de drempel van het nieuwe millennium biedt De kunst van de twintigste eeuw een alfabetisch overzicht van de kunstenaars van een opmerkelijk tijdsgewricht. Vijfhonderd royale kleurenafbeeldingen tonen niet alleen beroemde schilderijen. en beelden van Cézanne, Magritte, Picasso, Rodin, Mondriaan en Matisse, maar ook werken en installaties van latere kunstenaars als Pollock, Beuys, Broodthaers, Dibbets en Hockney. Een belangrijke plaats is daarnaast ingeruimd voor minder bekende kunstenaars die opmerkelijk mooi werk gemaakt hebben terwijl ook toekomstige klassiekers van de meest vernieuwende kunstenaars van dit moment als Damien Hirst, Cindy Sherman en Rob Scholte aan bod komen. Elke afbeelding gaat vergezeld van een puntige toelichting op het werk en de maker. De alfabetische volgorde levert een verrassende rangschikking op en de verwijzingen tussen de kunstenaars op basis van onderwerp, stijl of medium maken de lezer verder wegwijs in honderd jaar kunst. Dit uitvoerige naslagwerk, compleet met verklarende woordenlijsten van termen en kunststromingen en een internationale adreslijst van belangrijke musea en galeries, biedt een volstrekt nieuwe kijk op
de kunst van de twintigste eeuw.