Het belang van het kunnen werken in groepen spreekt voor zichzelf: praktisch iedereen in opleiding en beroepsuitoefening heeft hiermee te maken. Werken in groepen kan op verschillende wijzen geteerd worden. Er is een traditionele manier om te leren: het bestuderen van boeken over groepsdynamica en groepswerk, het volgen van een lezing of het deelnemen aan studie en discussiegroepen; dit is een afstandelijke manier van teren. Het is ook te leren op een manier die op directe ervaring is gebaseerd: groepstraining. Op beide manieren wordt iets duidelijk over de structuur van een groep, leiderschap, onderlinge communicatie, verschillende rollen, waarneming en regels die at of niet uitgesproken het gedrag van de groepsleden bepalen. De eerste manier levert wellicht gesystematiseerde kennis op, de andere ervaringskennis. De auteurs zijn van mening dat beide benaderingen complementair zijn. Daarom [aten zij in dit werkboek zowel de eigen ervaring als de gesystematiseerde kennis aan bod komen. Het gaat er hierbij om eigen ervaring als groepslid en bestaande theoretische inzichten te koppelen en in wisselwerking te brengen. Bedoeld wordt hiermee te bereiken:
Het verwerven van kennis over groepsprocessen
Het waarnemen van groepsverschijnselen
Het bewust worden en indien gewenst veranderen van persoonlijke reactiewijzen in groepen. De hier gevolgde werkwijze houdt het volgende in:
Een wisselwerking tussen praktijk en theorie via het ervaringsleren (leermethode)
Een democratische werkwijze via contractlegging (werkmethode).
Aan de begeleiding wordt bijzonder duidelijk aandacht besteed, evenals aan de specifieke doelen, procesverslagen, subgroepen, gespreksleider, observatie en interpretatie. Het boek bevat, als rode draad, dertien uitgewerkte agenda's voor de groepsbijeenkomsten en een helder theoriedeel waar steeds naar verwezen wordt.