Weinige voorkomende titel van Willem Enzinck, noch in het nederlands, noch in het duits. Willem Enzinck, schrijverspseudoniem van Aleid Johan Herman August Wensink (Apeldoorn, 31 oktober 1920 - Oostburg, 12 augustus 2001) was een Nederlands journalist, dichter, essayist en vertaler. Hij doorloopt het gymnasium te Zwolle en begint daarna de studie Nederlandse taal en letteren aan de Utrechtse universiteit. Hij debuteert op vijftienjarige leeftijd met journalistiek werk. In de Tweede Wereldoorlog is hij een van de paradepaardjes van de nationaalsocialistische uitgeverij De Amsterdamsche Keurkamer van George Kettmann. In 1941 verschijnt van hem bij deze uitgeverij onder het pseudoniem Johan Ponteyne de essaybundel Tegen de decadenten een drietal beschouwingen over onze hedendaagsche letterkunde. Hierin valt hij het literaire werk aan van E. du Perron, Menno ter Braak, Jan Greshoff en Simon Vestdijk. In 1942 voert hij naar aanleiding van zijn essays een literaire polemiek met Pierre H. Dubois. Onder een ander pseudoniem, George de Sévooy, publiceert Wensink in 1942 bij dezelfde uitgeverij de brochure Criterium voorbij en de dichtbundels Ster en blazoen en Beloken land. Wensink beschouwde zich destijds als een literator van de Nieuwe Orde. In zijn essays poogt hij af te rekenen met een aantal letterkundigen uit het interbellum en tracht hij de grondslagen te leggen voor de literatuur van de toekomst. Na de Tweede Wereldoorlog publiceert Wensink onder weer een nieuw pseudoniem, Willem Enzinck, proza en poëzie en schrijft hij over beeldende kunst. Ook is hij actief als vertaler uit het Duits, Frans en Engels. Het meeste succes heeft hij met zijn werken die geïnspireerd zijn op zijn talrijke reizen (in 1967 krijgt hij daarvoor de ANWB-prijs), zoals Maria met de houten jurk (1959) en Mount Everest, later uitgegeven als De grote klim (1971).