‘In dit derde boek over mijn zoon Aat wil ik uitdragen dat zijn acteertalent door stimulans van buiten af tot bloei kon komen. Velen gaven, met mij, precies de juiste prikkels aan Aat om zijn diepste wens in vervulling te laten gaan. Terugkijkend op mijn eigen leven realiseer ik mij hoezeer mijn ouders mij ooit ook in positieve zin in mijn eigen ontplooiing hebben beïnvloed.'

Anna Nederlof had een korte carrière als danseres bij het Scapino Ballet van Hans Snoek. Ook had zij haar eigen dansschool. Later was zij als dansdocente verbonden aan een school voor speciaal onderwijs waar Aat één van de leerlingen was.

Aat Nederlof heeft als pantomimespeler gewerkt binnen de groep van Rob van Reijn. Als acteur heeft hij hoofdrollen gespeeld in Baantjer, Toen was geluk heel gewoon, Flikken Maastricht en in door THEATER UP uitgebrachte voorstellingen. Hij werkte onder meer met regisseurs als Arjan Ederveen, Erwin Olaf, Don Duyns, Helmert Woudenberg en Gerardjan Rijnders.

Eerder verscheen van Anna Nederlof:
Aatje – Leven met een verstandelijk gehandicapt kind, 1985
‘De liefde voor de baby in de wieg verdrong het beeld van dikke, kwijlende mensen. Ik ging me naarmate hij opgroeide steeds meer met Aatje bezighouden. Op allerlei manieren en spelenderwijs probeerde ik hem in zijn ontwikkeling te stimuleren.’
Aat– Een verstandelijk gehandicapte op weg naar zelfstandigheid, 1996
‘Ik wilde duidelijk maken dat kinderen als Aat niet zielig zijn. Dat men, uiteraard, rekening moet houden met hun beperkingen maar dat ze net zo benaderd willen worden als andere kinderen.’