'Maar gij, wie zegt gij dat ik ben?' Deze vraag van Jezus is de hele geschiedenis door gesteld, tot op de dag van vandaag. Wie zeggen mensen in verschillende landen en culturen vandaag dat Jezus is? Welk beeld wordt er van Hem getekend door joden en moslims? Hoe wordt Christus gezien in Azië, Afrika en Latijns Amerika? Bij de beantwoording van deze vragen is het goed zich ervan bewust te zijn hoe wisselend het beeld in Europa steeds is geweest. Er is een lange weg afgelegd van de beelden van de goede herder in de catacomben naar Christus als dreigende rechter in de schildering van Michelangelo. Er lijkt een afstand te zijn tussen de Jezus van de evangeliën, de vriend van armen en vernederden, én de Jezus zoals hij na de triomf van Constantijn de Grote zelf schijnt te veranderen in een Imperator, rechter en Pantocrator. Zo hebben ook de gotiek, de renaissance en de moderne tijd elk hun eigen Jezus.
Als het waar is dat naast de godsdienstige ook de culturele context in verschillende perioden het beeld van Jezus heeft beïnvloed, welk beeld is er dan overgedragen naar andere continenten? Ligt de 'koloniale Christus', zoals die vanaf de vijftiende eeuw naar Afrika, Amerika en Azië werd 'overgeleverd', niet vaak meer in de lijn van de zondeval? Kwam men niet veeleer in de naam van een Christus die wilde heersen dan namens Hem die wilde dienen?
Ziedaar enkele vragen die aan de orde komen in de verschillende hoofdstukken, waarin Wessels nagaat hoe Jezus werd 'overgeleverd' aan de joodse en islamitische wereld, aan Latijns Amerika, Afrika en Azië.