Reconstructie
Hoe geloven mannen die als kind seksueel misbruikt zijn? In dit onderzoek komen de verhalen van twaalf mannen aan bod met daarin drie centrale thema's: afstand en nabijheid, schuld en onschuld, macht en onmacht. De gedetailleerde analyse van de inhoud en de structuur van de verhalen geeft antwoord op de vraag hoe deze mannen hun verhaal vertellen en welke voorbeeldverhalen ze daarvoor in de cultuur vinden. Geloof blijkt daarbij een eigen (positieve of negatieve) invulling te krijgen.
Het tweede deel van het boek biedt een theologische doordenking. Eerst gaat het over de meerstemmigheid in de verhalen, de fragmenten van ons eigen bestaan in relatie tot God. Daarna wordt een genuanceerde en dynamische machtstheorie gebruikt om zowel het seksueel misbruik als de relatie met God te kunnen begrijpen. In het hoofdstuk over schuld, vergeving en verzoening komt de vraag op hoe pastoraat aan daders en aan slachtoffers gestalte moet krijgen. Het laatste hoofdstuk gaat in op de theologische betekenis van afstand en nabijheid in de beleving van lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit.
Het boek is van belang voor mannen die seksueel geweld hebben meegemaakt en voor pastores en therapeuten die hun (geloofs-)verhaal proberen te verstaan. Door de wetenschappelijke onderbouwing levert het voor theologen en andere wetenschappers veel stof tot nadenken.