Siem Merkelbach is de oprichter en hoofdredacteur van Goedemorgen, een florerend tijdschrift over hotels in Nederland. Veel om het lijf heeft het blad niet, dat zal Merkelbach als eerste erkennen. Maar in het werven van advertenties en paaien van kapitaalkrachtige hotelmanagers is deze handige colporteur onovertroffen. Samen met zijn vijfentwintigjarige neef Justus reist hij stad en land af en logeert hij in tochtige spelonken in boerendorpen, maar ook, en bij voorkeur, in de luxe suites van hotelketens. Als kind dweepte Justus met zijn `lievelingsoom'.Vaak fantaseerde hij hoe het zou zijn als hij de zoon van oom Siem en tante Tilly was geweest. Tijdens hun gezamenlijke tochten valt Siem Merkelbach echter onvermijdelijk van zijn voetstuk. Zo blijkt hij onverbeterlijk overspelig. Steeds vaker moet Justus zijn oom diep in de nacht uit troosteloze snelwegbordelen komen ophalen. Hij is dan allang niet meer de leerling van zijn oom, maar eerder diens officieuze engelbewaarder. Op een kwade dag wordt Siem Merkelbach dood in zijn woning gevonden. Justus voelt zich verantwoordelijk voor de nagedachtenis van zijn oom, over wie postuum allerlei weinig verheffende feiten bekend worden. Justus besluit Goedemorgen voort te zetten en reist in de voetsporen van zijn oom langs de vele drie-, vier- en vijfsterrenhotels. Gaandeweg rijzen er steeds meer vragen over zijn oom, met als eerste vraag natuurlijk: waarom pleegde hij zelfmoord? Zes sterren is een compacte roman over de innemende en gewiekste praktijken van een schelm op leeftijd, die zijn eigen variant op het Wereldtijdschrift meende te hebben uitgevonden. Maar het is ook een coming of age-verhaal, over de twintiger Justus, die worstelt met een afgeleide Vatersuche.