In het tweede deel geeft de schrijver een helder beeld van het dagelijks leven der Romeinen; hier worden de mensen ten voeten uit ons voor ogen gesteld. Al lezende beleven wij de gehele dag mee, zoals die in de keizertijd werd doorgebracht. Wij zien de aristocraat met alle zorg zijn uitgebreid toilet maken en horen hoe de matrona het op haar, zeker niet minder omslachtige wijze deed; daarna zijn we getuige van de ontvangst der protegés. Wij begeven ons echter ook onder de handwerkers en de handelaren en slaan hun bedrijf en werkzaamheden gade. Wij wonen een zitting van de curia bij en stellen ons op de hoogte van het rechterlijke en politieke doen en laten; ook mogen wij luisteren naar de voordracht van een rhetor. In de namiddag worden wij getrokken naar de wedrennen of naar één der theaters waar, naast vertoningen die onze smaak slecht zouden bevredigen, nog steeds de oude blijspeldichters populair zijn, zoals tegenwoordig nog Molière in Parijs. Minder aanlokkend is het amfitheater waar de gladiatoren hun bloedig bedrijf uitoefenen – de schrijver vertelt ons evenwel dat er langzamerhand verzet tegen rijst.
Wanneer de dag ten einde gaat, is de Romein nog aan de wandeling of beoefent hij een spel in kleine kring. Het wordt tijd zich naar het badhuis te begeven – oud Rome was fameus om zijn water, dat door kunstige aquaducten vanuit de bergen werd binnengeleid. De dag wordt bij de welgestelde besloten door de cena, het uitvoerige souper, soms een zwelgpartij, doch in beschaafde omgeving een aangenaam en onderhoudend samenzijn met gasten.
De auteur heeft in hoge mate de gave om zijn beschrijvende gang met ons door de loop van de dag tot een ware belevenis te maken.

Staat: prima staat, cover is geplastificeerd en heeft kleine pitjes. Afdruk naamsticker 1e pagina