Thijs en de geheime VOC-kaart is een boek van L. de Koning

In de tijd van de Verenigde Oost-Indische Compagnie werd er veel opgeschreven. Scheepskapiteins noteerden in hun journalen hoe de reis verliep, VOC-dienaren die in Indie werkten schreven brieven en maakten verslagen van tochten door onbekende Aziatische landen. Een groot deel van al die papieren is door de eeuwen heen bewaard gebleven. Vandaag de dag liggen ze in het Nationaal Archief in Den Haag.
Door het besturderen van de archieven kun je veel leren over Nederland in de zeventiende en achttiende eeuw..Wat hadden de mensen toen aan? Wat aten ze? Hoe voelden ze zich op zo'n schip? Dit boek brengt je nóg dichterbij; samen met Thijs, een Amsterdamse jongen die opgroeit in de tijd van de VOC, beleef je hoe het leven was in de Gouden Eeuw.
Thijs is het hulpje van kaartenmaker Smelius. Zoals elke jongen droomt hij van verre reizen naar exotische landen, maar Smelius vindt hem daarvoor nog veel te jong. En dan opeen vindt de kaartenmaker het wel goed dat zijn hulpje meegaat met een VOC-schip naar India. Thijs merkt al gauw dat je aan boord van de Roode Dreck tussen een bemanning van een paar honderd ruwe zeelieden en matrozen wel tegen een stootje moet kunnen. Soms laat de vlam in de pan en wordt er gevochten op leven en dood. Thijs maakt tijdens de lange reis van alles mee: van woeste storm tot bijna schipbreuk, van scheurbuik tot kielhalen. Via Kaap de Goede Hoop en Ceylon bereikt hij Indian, waar hij zelfs mee mag op hofreis naar keizer Aurangzeb! Ondanks al die avonturen moet Thijs een geheimzinnige opdracht voor Smelius tot een goed einde zien te brengen. Maar zo eenvoudig is dat niet...