Dit boek gaat over de processen die zich afspelen wanneer de ene persoon probeert de andere te helpen. Of het nu gaat om een organisatieadviseur die samen met het management enkele aspecten van een organisatie wil verbeteren, een therapeut die hulp verleent aan een patiënt, een coach die met een groep werkt, een ouder die zijn kind helpt, of vrienden die elkaar helpen, altijd spelen zich dezelfde fundamentele processen af. De nadruk in dit boek ligt op `proces' omdat de manier waarop de interactie tussen adviseur en cliënt verloopt belangrijker is dan wat er wordt gedaan.
De wijze waarop een adviseur van moment tot moment wil functioneren, is van groot belang voor het feitelijke succes van de advisering. De adviseur moet onderscheid kunnen maken tussen:
1. vanuit zijn of haar positie als expert de cliënt vertellen wat er moet gebeuren,
2. het `verkopen' van oplossingen die zijn of haar voorkeur genieten of waarmee hij of zij vertrouwd is,
3. bij de cliënt een proces op gang brengen dat aan het einde van de relatie volgens beiden de cliënt heeft geholpen.
De adviseur (begeleider, mentor) moet per situatie beslissen welke rol hij of zij moet spelen en welk begeleidingsmodel hij of zij zal moeten gebruiken; alle drie de modellen houden echter in dat de belangrijkste functie van de advisering is: helpen. De nadruk op de helpende rol neemt in de procesbenadering van het advieswerk de centrale plaats in: stel u altijd helpend op.
Edgar H. Schein, emeritus hoogleraar aan de MIT's Sloan School of Management en een professional met meer dan veertig jaar advieservaring, biedt in dit boek zowel een algemene theorie als vaardigheden waarmee professionals van diverse pluimage het adviesproces succesvol kunnen laten verlopen.