GROOT SCHELDWOORDENBOEK
Over achterlijke gladiolen, kwalleballen en zoutzakken
Wij zijn ontzettend creatieve taalgebruikers wanneer het op schelden, schimpen en spotten aankomt. Dat staat nu onomstotelijk vast dankzij het GROOT SCHELDWOORDENBOEK. Afgelikte boterham, bosaap, cijferkonijn, driedubbel overgehaalde appelflap, diepvieskip, discotrut, randdebiel, sissy, zeiksnor... Het GROOT SCHELDWOORDENBOEK bevat ruim 2500 ‘voorbeelden’ om onze medemens te benoemen en te bespotten. Al bladerend merk je dat sommige dieren meer in trek zijn in ons scheldvocabularium dan andere: de aap, de kip of het varken bijvoorbeeld. Je ontdekt dat het uitvergroten van een negatieve eigenschap - juffrouw Mier, zenuwlijder, arro -, het identificeren van een persoon of groep door een opvallend lichaamskenmerk – achterlicht, aangeklede kapstok, biljartbal, spataderbrigade -, of het denigrerend benoemen van een (minderheids)groep – achtergeveltoerist, spaghettivreter, spleetoog – bijzonder populaire scheldprocedés zijn.
Het GROOT SCHELDWOORDENBOEK is een heerlijk boek om in te grasduinen én een handig instrument om in een scheldpartij creatief en origineel uit de hoek te komen.
MARC DE COSTER heeft een passie voor woorden. Hij is auteur van het Wielerwoordenboek, het Woordenboek van jargon en slang, het Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans, het Woordenboek van neologismen en het Woordenboek van eufemismen en politiek correct taalgebruik. Voor deze laatste uitgave ontving hij in 2003 de Kruyskamp-prijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.