Er was eens een tijd dat Nederlands sperziebonenzaad alleen in Nederlandse grond werd gestopt. Een paar maanden later werden de boontjes dan geplukt en konden ze vers opgepeuzeld worden.

Dankzij de uitvinding van kassen, weckpotten, conservenblikjes en diepvries konden we van die sperzieboontjes steeds langer genieten. We verlengden de seizoenen zogezegd. Dat is natuurlijk heel geriefelijk, maar diep in ons hart vinden we toch eigenlijk allemaal dat er niets boven vers gaat.

Toen kwam het vliegtuig. En dat betekent dat we die Nederlandse zaadjes ook gewoon even naar Italië, of desnoods naar Egypte kunnen vliegen. Daar laten we ze kiemen en rijpen. We plukken de boontjes en vliegen ze legger vers en mals terug. Op die manier kunt u tegenwoordig veel vaker van vers genieten dan vroeger. En heus niet alleen van boontjes. In datzelfde vliegtuig (als we niet overzee hoeven, gebruiken we trouwens ook vrachtwagen) nemen we meteen allerlei groenten, vruchten en andere lekkernijen uit verre windstreken voor u mee. Zodoende ligt onze winkel van januari tot januari vol met een bonte mengelmoes van verse groenten en fruit. Natuurlijk kunnen we de natuur nooit helemaal naar onze hand zetten. Typische seizoenshoogtepunten zullen er altijd blijven.

Denk maar aan verse Nederlandse spinazie van de koude Nederlandse grond in het voorjaar. Onze eerste radijsjes. Onze eigen aardbeien in de zomer. Een boerenkool zal waarschijnlijk altijd wel een typische winterkost blijven. Toch is het een smakelijk en ook gezond idee dat we tegenwoordig zoveel afwisseling en te vergeten zoveel vitaminen vers op tafel kunnen zetten. De vraag is alleen: Hoe doen we dat? Hoe maken we al deze rijkdom klaar? Hoe kunnen we variëren? Combineren? Daarover gaat dit kookboek.

U moet dit unieke boek dan ook niet zien als weer één in de rij trditionele kookboeken. Dit boek gaat een stap verder. Het combineert de traditionele bereidingswijzen van de huishoudscholen met de creatieve, speelse kookkunst van moderne meesterkoks.

U zult maar groenten tegenkomen die u juist niet in water moet koken, maar moet frituren. Of u maakt er mousse van. Of u dient ze rauw op. Tussen de meer dan 600 recepten zult u ook steeds meer combinaties ontdekken waar u zelf niet zo gauw opgekomen zou zijn. Wat dacht u bijvoorbeeld van boerenkool gegratineerd met kwark, spinazieknoopjes in de soep, Koolrabi met aarbijen, witlof met schelpdieren of rode koolsalade met honingdressing?