'Deze film is het begin, part one,' zegt Ayaan Hirsi Ali tegen Theo van Gogh. Submission moet een aanklacht worden tegen de koranteksten die geweld tegen vrouwen aanprijzen. Van Gogh: 'Bij part twelve leef je niet meer.'
Op 31 juli 2004 heeft Van Gogh een studio gehuurd. 'De hele moslimwereld zal over me heen vallen,' zegt Ayaan Hirsi Ali bij de opnamen. Maar na de uitzending op 29 augustus negeren de Nederlandse moslimorganisaties Submission. Een opgeluchte Van Gogh wimpelt de bedreigingen weg. 'Mensen zullen denken: het is de dorpsgek, dus waarom zou je hem neerschieten?'
In de woonkamer van Mohammed B. broeit het. Tientallen Marokkaanse jongens krijgen er koranles van geestelijk leider Abu Khaled. Ze trouwen islamitisch, laten zich ophitsen door jihad-films en bereiden zich voor op een martelaarsdood. Wie Allah beledigt, is vogelvrij. Op 2 november vermoordt Mohammed Theo van Gogh in de Amsterdamse Linnaeusstraat.
De auteurs van In Godsnaam waren aanwezig bij de opnamen van Submission. Ze volgden Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh in de maanden daarna. Ze spraken met geestverwanten van Mohammed B. en laten zien hoe een geïntegreerde Marokkaanse jongen in amper twee jaar veranderde in een meedogenloze moordenaar.
Jutta Chorus (1967) is journalist. In 2002 schreef ze met Menno de Galan In de ban van Fortuyn, over de korte politieke carrière van Pim Fortuyn. In 2003 kregen zij de Prijs voor de Dagbladjournalistiek. Ahmet Olgun (Turkije, 1965) is redacteur van NRC Handelsblad. Eerder verscheen zijn boek Contouren van het Nederlandse getto. Reportages over ontspoorde jongeren.