Over de auteur Paul Van Den Bosch (1957) is professioneel begeleider van topsporters. Samen met hen bereikte hij al vele malen de absolute wereldtop. Zijn trainingsboeken zijn vertaald in het Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans en Portugees. Sporters hebben met hun training steeds een bepaald doel voor ogen. Dit doel kan heel verschillend zijn: training als onderdeel van een gezonde levensstijl, als hulpmiddel tegen overgewicht, of training ter verbetering van het eigen prestatievermogen. Niet zelden is de trainingsplanning het resultaat van gissen en (vooral) missen. Een slecht gestructureerde trainingsopbouw maakt de weg tot het beoogde doel vaak onbegaanbaar en onberijdbaar. Daarom is het nodig dat elke sporter inzicht heeft in het trainingsproces, zodat hij zijn training kan samenstellen met het vooropgestelde doel als uitgangspunt. Een belangrijk kernwoord ìn dit proces is ongetwijfeld ‘trainingsintensiteit’. Een verantwoorde trainingsopbouw is immers alleen mogelijk als de sporter de voor hem optimale trainingsintensiteit kan bepalen en toepassen. Daarom heb ik in dit boek in eerste instantie getracht op een beknopte manier inzicht te verschaffen in de belangrijkste facetten van de trainingsleer, en in het effectieve gebruik van de hartslagmeter als onmisbaar hulpmiddel voor de indicatie van de individueel noodzakelijke trainingsintensiteit. De hartslagmeter is een instrument dat vooral nuttig is bij de duursporten. Vandaar dat het vooral fietsers en lopers zijn, van recreatief tot competitief niveau, die veel van hun gading zullen vinden bij het lezen van dit boek. Het is niet mijn bedoeling geweest kant-en-klare trainingsschema's af te leveren in dit boek. ‘HET trainingsschema’, geldend voor iedere sporter, bestaat trouwens niet. Wel heb ik geprobeerd ‘to the point’ een reeks items te bespreken die van groot belang zijn wanneer de fietser of de loper zijn training samenstelt. De keuze van deze items werd vooral bepaald op basis van mijn jarenlange ervaring als trainer van triatleten, lopers en wielrenners. De interesses, maar ook de fouten van deze groep sporters gaven me een vrij goed idee welke onderwerpen in dit boek aan bod moesten komen. Daarom komen naast de al vermelde trainingsleer en het gebruik van de hartslagmeter ook andere items aan bod, zoals voeding, vochtopname, training in verband met de gezondheid en dergelijke. Bij de bespreking van deze items komt steeds weer tot uiting hoe belangrijk het gebruik van de hartslagmeter is. Ik ben ervan overtuigd dat pas nadat een sporter inzicht heeft in al deze facetten, hij in staat is zijn eigen optimale prestatievermogen te bereiken, eerder dan wanneer hij klakkeloos een of ander trainingsschema zou overnemen. Pb