Rotterdam was de stad waar de Vlaamse letterkundige Willem Elsschot (1882-1960) zijn schrijversloopbaan begon. Tussen 1908 en eind 1911 woonde Elsschot, een pseudoniem van Alfons de Ridder, aan de Snellinckstraat in het Oude Westen. Daar schreef hij gedichten en zijn debuutroman Villa des Roses. Dit alles staat te lezen in het boek "Alfons de Ridder in Rotterdam".

Na een tijdje in Parijs te hebben gewerkt, kreeg Elsschot eind 1907 een baan bij Scheepstimmerwerf N.V. Gusto in Schiedam. Een aantal maanden later trouwde hij in Berchem (Antwerpen) met zijn jeugdvriendin Jeanette Joséphine Scheurwegen, bij wie hij al een zoon had: de 7-jarige Walter. Het gezin vestigde zich toen in de Snellinckstraat, een zijstraat van Claes de Vrieselaan. In de Snellinckstraat verhuisde Elsschot meerdere keren: eerst woon hij op nummer 7, later op nummer 22, daarna tot eind 1911 op nummer 49a. Zijn vrouw werd 'de juffrouw zonder gordijnen' genoemd omdat ze door al dat verhuizen de tijd niet vond ze op te hangen.
Villa des Roses was het eerste boek dat Alfons de Ridder onder pseudoniem Willem Elsschot schreef. De aanzet voor de roman kwam van Anna Christina van der Tak, een van Elsschots collega's bij de werf Gusto. Op haar aandrang begon hij de verhalen over het familiepension uit zijn Parijse tijd op te schrijven. In 1913 verscheen Villa des Roses in boekvorm. Van zijn uitgever Van Dishoeck ontving Elsschot één in perkament gebonden exemplaar dat hij met een opdracht aan Anna van der Tak cadeau gaf.