Joop Onnekink verhaalt op indringende wijze over zijn oorlogservaringen als kind tijdens de slag om Arnhem. Al eerder publiceerde hij een uitgebreider historisch onderzoek over hetzelfde onderwerp. Dit boekje bevat uniek fotomateriaal, de tekeningen zijn gemaakt door zijn zus Wil van Ingen.

Joop bevond zich als 8-jarige jongen in het heetst van de strijd in het huis van zijn grootouders in Oosterbeek. Dit huis stond ongelukkigerwijs vlakbij de 'Heksenketel', het laatste bolwerk van de zich terugtrekkende geallieerden. De oorlog bezien door de ogen van een kind.

Het verhaal wordt omkaderd met de lotgevallen van het gezin als geheel. Zijn vader was verzetsman en werd verraden. Na veel omzwervingen bereikte hij uiteindelijk Engeland. De Duitsers vermoedden dat hij ondergedoken was en als pressiemiddel om zich aan te geven werd Joop samen met zijn moeder en drie jongere zusjes door de SD opgepakt en als gijzelaars geinterneerd in kamp Vugt. Later vrijgelaten vonden ze gastvrij onthaal bij zijn grootouders in Oosterbeek, niet wetende dat juist in die contreien de climax van operatie Market Garden zou plaatsvinden. Na de Slag om Arnhem volgde de evacuatie. Het gezin bivakkeerde op diverse adressen en kwam uiteindelijk in Scheemda terecht. De vader kwam na de bevrijding als onderofficier bij de Irene Brigade met de geallieerde legers mee terug naar Nederland. Via zijn kontakten met het verzet had hij zijn vrouw en kinderen opgespoord. Half april 1945 keerde het herenigde gezin terug naar Arnhem.