Ondanks het feit, dat een vrij groot aantal Nederlanders zich regelmatig naar het buitenland begeeft om daar de forel en soms ook de zalm aan het glanzende schubbenkleed te komen, konden de vliegenhengel en de kunst hem te hanteren, enkele jaren geleden nog niet populair in ons land worden genoemd. Hierin komt langzamerhand een grondige verandering, die zich steeds sneller gaat voltrekken. De Nederlandse hengelaar heeft de geneugten van het vliegvissen ontdekt en ingezien, dat deze hengelmethode hem veel meer mogelijkheden biedt dan hem tot nu toe ten dienste stonden. Hiertoe werkt ook in niet geringe mate mee, dat de nodige uitrusting in de allerlaatste tijd te betalen valt voor smallere beurzen.
Voor velen echter die zich een vliegenhengel met toebehoren hebben aangeschaft en zelfs reeds de kunst verstaan, hem met redelijk succes te hanteren, blijven er nog heel wat moeilijkheden ten aanzien van de keuze van de kunstvlieg, die onder bepaalde omstandigheden moet worden gebruikt. Hierbij biedt dit boekje de nodige hulp. Maar... het doet méér dan dat. Het vertelt de vliegvisser ook, hóé hij zijn kunstvlieg moet presenteren, een belangrijk onderdeel, dat in de Nederlandse hengelliteratuur tot nu toe vrijwel werd verwaarloosd. Voorts wordt veel aandacht besteed aan de manier, waarop de hengelaar zelf zijn kunstvliegen kan „bouwen”. Kortom, een onmisbaar handboekje van de bekende sportvissersauteurs, verschenen in de populaire serie „De hengelsport in de praktijk", dat in geen hengelaarsboekenkast mag ontbreken!