De eerste brede scholen in Nederland dateren al van 1995 maar momenteel ontwikkelt de brede school zich in hoog tempo tot een basisvoorziening. Een voorziening waarin kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzaal en andere instellingen samenwerken om te komen tot een kwalitatief goed en samenhangend programma voor kinderen en hun ouders. De motie Van Aartsen-Bos, die scholen vraagt opvang te regelen rond de school – als de ouders daar om vragen -, heeft een belangrijke impuls gegeven aan die ontwikkeling. In Zicht op de brede school 2006-2007 worden de consequenties van die motie meer en meer duidelijk. De verwachting is dat na de buitenschoolse opvang ook de instellingen voor nul- tot zesjarigen zich meer op elkaar zullen afstemmen, of zelfs zullen integreren tot kinder-centrum.
In relatief korte tijd is het aantal brede scholen, zonder noemens- waardige stimulerende of dwingende wet- en regelgeving, toegenomen van 450 in 2001 naar meer dan 600 brede scholen in 2005. Hoewel brede scholen niet zonder slag of stoot en gemopper tot stand komen, duidt alles erop dat die groei zich de komende jaren verder door zal zetten. Dat vergt extra inzet van gemeenten, scholen, instellingen en rijksoverheid. De auteurs van deze bundle hopen aan die inspanningen een bijdrage te leveren.
Zicht op de brede school 2006-2007 biedt een rijk overzicht van verschillende onderwerpen die in de brede school spleen, van financi bioritme, cultuur en sport, tot de inrichting van gebouwen en speel- plaatsen.