In Scheepshistorie 8 komen aan bod:


- De geschiedenis van het motorschip Oranje van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, waarbij vooral de nadruk ligt op haar functie als hospitaalschip in dienst voor de geallieerden in WO-II. Duizenden gewonde Australische, Engelse en Nieuw-Zeelandse militairen van de fronten in Afrika werden met de Oranje veilig naar hun thuishavens in Australië vervoerd. Zelfs haar einde als de Angelina Lauro komt aan bod.


- De restauratie van een Arnemuidense hoogaars vormt de aanleiding voor een beschrijving van dit type vissersschip en de garnalen- en mosselvisserij in Zeeland.


- De Experiment wordt algemeen beschouwd als de voorloper van de beroemde topzeilschoeners waarvan er nog steeds enkele in de vaart zijn. Gebouwd in Chesapeak Bay, Amerika, werd ze in 1813 aangekocht door de Zweedse Koninklijke Marine en diende als voorbeeld voor de bouw van een aantal gelijkwaardige schoeners voor de bestrijding van kapers en smokkelaars op de Oostzee.


- De Jacobsstaf is een oud navigatie-instrument dat samen met het Daviskwadrant tot de standaard uitrusting van de middeleeuwse stuurman behoorde. Cor Emke bouwde een replica van de Jacobsstaf.


- Uytlegger of een Watte Convoyer, twee kunstwerken; een vroeg werk van Van de Velde en een prent van Reinier Nooms. Beiden geven het beeld van een tot nu toe weinig bekend scheepstype uit de 17e eeuw.


- Het ‘houtschip’, een model uit de Marinemodellenkamer, is een geëigende en deels geslaagde oplossing om de door de Engelsen 1n 1778 opgelegde boycot van de Hollandse handel in timmerhout naar Frankrijk letterlijk te omzeilen.