Uit onderzoeken blijkt dat goede afvloeiingsregelingen een beter effect hebben op de arbeidsmarkt dan andere vormen van ontslagbescherming. Maar de problematiek rondom afvloeiingsregelingen beperkt zich niet tot het al dan niet toekennen van een vergoeding. Zo is er bijvoorbeeld allereerst de vraag wat nu eigenlijk de grondslag voor die vergoeding is. Vervolgens komt de vraag aan de orde hoe men de vergoeding zou dienen te berekenen. Dan zijn er nog allerlei kwesties die spelen rondom de individuele dan wel de collectieve beëindigingsregeling. Bijzondere aspecten betreffen de fiscale uitwerking van de regeling en de eventuele gevolgen voor het pensioen.

In 1989 verscheen de eerste druk van een boek Afvloeiingsregelingen onder de redactie van mr. C.G. Scholtens. In 1997 verscheen de eerste druk van het boek Afvloeiingsregelingen in het arbeidsrecht onder de redactie van mr. F.B.J. Grapperhaus en prof. mr. C.J. Loonstra. Bij de tweede druk in 1999 van beide boeken zijn deze twee standaardwerken op het gebied van afvloeiingsregelingen samengevoegd.

Voor de derde druk is het boek herzien en zelfs voor een belangrijk deel herschreven, ditmaal onder de complete redactie van Grapperhaus, Loonstra en Scholtens. Naast hun bijdragen bevat het boek opnieuw hoofdstukken van mr. D.J. Buijs, kantonrechter te Apeldoorn, en drs. L. Jansen, belastingadviseur te Delft. Beoogd wordt een volledig overzicht te geven van de met afvloeiingsregelingen gemoeide problematiek. De auteurs behandelen alle juridische aspecten bij het treffen van afvloeiingsregelingen.